Powerdraw is een hulpprogramma dat bedoeld is voor het bewerken van kaderbestanden. Kaderbestanden zijn  bestanden waarin bepaald wordt wat er op en rondom een afdruk van een Powerproject planning komt te staan.

Het programma is alleen nodig om de gewenste afdrukken van uw planningen op de diverse A-formaten en in landschap of portret voor te bereiden. Vaak gaat het daarbij ook om het toevoegen van het bedrijfslogo.

Standaard is Powerproject al voorzien van een groot aantal kaderbestanden (met de extensie .b (van het Engelse woord ‘border’), waarbij de naam van elk bestand duidelijk aangeeft wat er in het kaderbestand bepaald wordt. Het voorbeeld hieronder laat een voor het afdrukken van Kaarten op A4 liggend geschikt kader zien, de naam ervan is immers Kaart_A4liggend.b

Globaal kan het bovenstaande kader onderverdeeld worden in drie gedeelten:
  1. Het af te drukken gebied binnen de marges dat boven de planningsafdruk staat. Hier staat tussen twee vishaken < > een aantal velden in verschillende lettergrootten, zoals <Proj-Titel> en <Datum>. Deze velden worden bij het afdrukken automatisch gevuld met de achterliggende waarden.
  2. Het centrale gebied waarop de planning zelf wordt afgedrukt. Dit bevat alleen een met gekleurde balken aangegeven rechthoek.
  3. En tenslotte het af te drukken gebied binnen de marges dat onder de planningsafdruk staat. Daar komen ook bepaalde bij de kaart ingevulde gegevens te staan, zoals de programmanaam en het revisienummer. De kaart is in dit geval de niveau- of samenvattingstaak die in de project view geselecteerd was en waarvan de onderliggende taken in de balkkaart te zien waren.

Om nu een eigen variant van dit kaderbestand te maken kan er het beste eerst een kopie van dit kaderbestand worden gemaakt. Dit kan met FileSave as,  waarna het bestand voorzien wordt van een eigen naam, bijv. Kaart_A4liggend_TRANS-NL.b . Met de toevoeging TRANS-NL wordt hier aangegeven dat het kaderbestand aangepast is met bijv. een eigen logo.

A. Een eigen logo toevoegen aan al uw afdrukken (met dit kader)

  1. Maak eerst een kopie van het kaderbestand, en geef deze de naam Kaart_A4liggend_TRANS-NL.b.
  2. Omdat er bij tekenen automatisch gesnapt wordt naar een onzichtbaar ruitjesraster kan dit het beste via het View menuSet Grid op bijv. 3mm x 3mm gezet worden.

3. Zoom vervolgens flink in zodat er gemakkelijk in de rechterbovenhoek binnen het kader een logo kan worden getekend.

4. Klik op de Afbeelding knop (met de bergjes) en trek met de muis een rechthoekig vak.

5. Klik in het dialoogvenster nu op de knop Filename: en blader naar de standaard Clipart map van Powerproject:

6. Open in dit voorbeeld TRUCK.WMF en klik op OK. De afbeelding verschijnt nu in de rechterbovenhoek. Verplaats het eventueel nog wat met de muis.

4. Tenslotte gaan we als voorbeeld onze bedrijfsnaam erbij zetten. Klik daarvoor op de T-knop in de onderste knoppenbalk en trek weer een tekenrechthoek, nu in de ruimte boven de laadbak. Type nu de tekst TRANS-NL, maak deze vet en geef het een blauwe kleur.

5. Net als bij veel tekenprogramma’s is het ook mogelijk om objecten te groeperen, zodat deze daarna als één geheel behandeld kunnen worden. De makkelijkste selectiemethode is die via het witte pijlknopje, waarna een vak om het logo en de aparte tekst getrokken kan worden.

7. Klik nu op de Group Objects knop, die hieronder geselecteerd is. Nu kan het “logo”als een geheel worden behandeld en verplaatst.

B. Veldinformatie toevoegen aan het kaderbestand

In het onderste deel van dit kader staat standaard al een aantal velden. We zullen er als voorbeeld hier nog eentje aan toevoegen, namelijk de naam van het kaderbestand zelf. Deze komt als achtergrondgegeven net als de Bestandsnaam  buiten het zwart omlijnde gebied te staan.

  1. Om een veldverwijzing toe te voegen moet er eerst een tekstvak (via de T-knop) worden getrokken, hier in het gebied onder Werk Nr.

2. Vervolgens moet er met de rechtermuis een submenu geopend worden en gekozen worden voor:

Insert Field (F9) – Other Items – E. KADER-BESTANDSNAAM

Nu wordt er tussen vishaken < KADER-BESTANDSNAAM> gezet.

Let in de bovenstaande afbeelding ook eens goed op de drie andere Veldgroepen:  Project, Chart en  View Items. De namen hiervan geven aan dat de veldinformatie ontleend wordt aan het hele bestand/project, of aan de kaart (in de project view geselecteerde niveau-/samenvatttingstaak), of aan de view (hoofzakelijk de velden op het allerlei tabblad van de view eigenschappen).

3. Tenslotte moet er nog voor de duidelijkheid het tekstlabel Kader: voorgezet worden. Dat kan gewoon voor de eerste vishaak getypt worden.

4. Ook moet dit tekstvak nog iets verkleind worden, van 12 naar 8, om dit gelijk te maken aan de andere veldverwijzingen in de ondermarge. Dat kan door eerst de gehele tekst te selecteren en dan in de bovenste knoppenbalk 8 i.p.v. 12 te kiezen.

5. Als laatste kan het veldvak nog zo ingesteld worden dat het vak naar rechts automatisch vergroot wordt zodat de inhoud ervan altijd past. Daarvoor is de handige When text does not fit, Prefer to increase width Word-wrap optie rechts onderin het met een dubbelklik op te roepen Details scherm.

C. Bekijken van het resultaat in Powerproject:

  1. Verlaat Powerdraw nadat u het kaderbestand opgeslagen heeft.
  2. Start Powerproject indien dat nog niet het geval is en laad het voorbeeldbestand 2 Verdiepingen kantoorblok.
  3. Selecteer in de project view een projectonderdeel, bijv. aanbesteding en klik op Bestand – Afdrukken.
  4. Klik daarna op de knop Afdrukopties en kies in het tabblad Details het door u gemaakte kaderbestand van TRANS-NL.

Het resultaat is nog niet helemaal wat we willen zien omdat de titeltekst nu over het logo heen loopt:

Daarom gaan we vanuit dit Details tabblad via de Bewerken knop het kaderbestand nog een beetje aanpassen.

  1. Klik op Bewerken, waardoor Powerdraw gestart wordt, met dit kaderbestand geladen.
  2. Verander in de bovenmarge de lettergrootte van de <Proj-Titel>, van 22,5 naar 18 (zodat die niet meer over het toegevoegde logo heen zal lopen).
  3. Sla deze wijziging op, en verlaat Powerdraw via FileExit.
  4. Klik nu op Sluiten (in het Afdrukopties dialoogvenster), waarna u het verbeterde resultaat zult zien.
  5. Kijk nu naar de ondermarge van het afdrukvoorbeeld, daar ziet u nu ook de naam en het pad van het kaderbestand staan.

6. Hierboven ziet u het resultaat in Powerproject. Wat er in het midden onderaan verder te zien is wordt bepaald in het AfdrukOpties dialoogvenster van Powerproject. Hier zouden bijv. de Symbolen en de Link categorie nog uitgezet kunnen worden, omdat ze weinig toevoegen.

Tot zover deze stapsgewijze instructie over Powerdraw. Het programma bevat natuurlijk nog veel meer functies, met name ook tekenfuncties. Ook zit er bijvoorbeeld een aantal handige opties in om meerdere objecten samen verticaal en horizontaal uit te lijnen, of samen te verschalen. Probeer deze maar eens uit.